
De sociale filosofie als leidraad voor bankieren in Frankrijk
Prelude
Stel je voor, je leeft in Frankrijk in de 19de eeuw. De wereld verandert in een razend tempo. De Franse Revolutie heeft plaatsgevonden. Het land beweegt van een monarchie naar de Eerste Republiek, kort daarna gevolgd door het Eerste Franse Keizerrijk met tussendoor twee Napoleons met ambities om de Europese grootmacht te worden. Nadat de heerschappij van Napoleon I eindigt bij Waterloo, is er een korte fl irt met de terugkeer naar de monarchie. In 1848 is er opnieuw een revolutie die leidt tot het ontstaan van de Tweede Franse Republiek. Napoleon III maakt handig gebruik van de onrust die in Frankrijk heerst en komt aan de macht. Langzaam verandert Frankrijk weer in een keizerrijk. De industrialisering van Europa is in volle gang. Groot-Brittannië loopt voorop, maar ook Frankrijk neemt langzamerhand afscheid van de landbouweconomie en draait steeds meer op fabrieken. Het betekent de verandering van kleine werkplaatsen, vaak met gildes, naar fabrieken en van lokale economieën naar een vrijemarkteconomie. Werknemers worden uitgebuit en kleine ambachtslieden kunnen de concurrentie niet aan met de grote fabrieken. De wetenschap buigt zich over deze maatschappelijke ontwikkelingen. Het utopisch socialisme is geboren. De oplossing ligt in de opzet van coöperaties om kapitalistische uitbuiting tegen te gaan en de maatschappij te hervormen. Er is alleen één probleem: om de coöperaties te kunnen laten groeien, is het nodig om te investeren. De bestaande Franse banken doen dat niet. Daarom wordt een bank opgezet om de productiecoöperaties te ondersteunen. Zo wordt in 1893 één van de oudste coöperatieve banken van Frankrijk geboren: la Banque coopérative des associations ouvrières de production (BCAOP)(292). Nu, meer dan 120 jaar later, bestaat deze bank nog steeds. BCAOP is in 1969 een dochter geworden van La Caisse Centrale de Crédit Coopératif die in 1938 is opgericht. BCAOP werkt nu onder de naam Crédit Coopératif. Het is een socialistische bank die al decennialang rendabel functioneert in een kapitalistische wereld zonder haar roeping te hebben verloren. Wat maakt deze bank zo speciaal en waarom bestaat deze nu nog steeds?
Er ontstaan in de 19de eeuw nieuwe politieke stromingen. Het liberalisme is steeds meer leidend, maar ook het socialisme is in opkomst. Dat is ook zichtbaar in het beleid van Napoleon III. Er zijn hervormingen waarneembaar, zoals de opzet van nationale werkhuizen, de pensioenkas voor bejaarden, de verzekeringskas voor ongevallen en de kredietkas voor arbeiders. Een belangrijke speler daarbij in Frankrijk is Charles Fourier. Hij is samen met onder andere Robert Owen in Groot-Brittannië een van de grondleggers van het socialisme. Zij zijn ook de voorlopers in de ontwikkeling van de coöperaties. Het ontstaan van de coöperaties in Europa komt voort uit de maatschappelijke wantoestanden van die tijd. Bij ambachtelijk werk hebben mensen als zelfstandigen vaak hun kapitaalgoederen, zoals een werkruimte of gereedschap, in eigen bezit. De industriële revolutie zorgt voor een scheiding tussen kapitaal en arbeid, of in de terminologie van de briljante businessmodellen: een scheiding tussen de stakeholders ‘aandeelhouder’ en ‘medewerker’. Loondienst is niet nieuw. Eerder waren er bijvoorbeeld ook grote landbouwbedrijven, bestuurders, kooplieden en particulieren die mensen in dienst hadden. De scheiding tussen medewerker en aandeelhouder wordt nu het dominante model voor het grootste deel van de beroepsbevolking. Dat is wel nieuw. De nadelige effecten daarvan zijn kinderarbeid, lage lonen en lange werktijden. De producenten zijn te bepalend in het systeem. Zij zijn namelijk ook de winkeliers waar boodschappen moeten worden gedaan en de huurbazen waar de huisvesting tegen een vastgestelde korting op het toch al karige loon moet worden gehuurd. Uit de politiek-maatschappelijke noodzaak om daar wat aan te doen start de opkomst van de coöperaties. Deze organisatievorm heeft twee belangrijke kenmerken (293):
1 Het ideële doel: het tot uitdrukking brengen van de onderlinge solidariteit en gelijkwaardigheid van de leden.
2 Het materiële doel: het bereiken van materieel of economisch voordeel voor de leden.
Er ontstaan twee typen coöperaties:
• Consumptiecoöperaties, die vooral tot doel hebben samen toegang te krijgen tot betaalbare producten. De stakeholder ‘klant’ wordt dus ook aandeelhouder en helemaal bij de start ook parttime- of zelfs fulltimemedewerker.
• Productiecoöperaties, die vooral tot doel hebben om arbeid en kapitaal te verzoenen door samen producten te maken, distribueren en verkopen. De stakeholder ‘medewerker’ wordt ook aandeelhouder (294).
In de 19de eeuw groeit het initiatief van de productiecoöperaties in Frankrijk. Ze verenigen zich in 1884 op nationaal niveau. Er komt een raad van advies, waarin verschillende afgevaardigden van de leden zitting nemen. Deze productiecoöperaties hebben geld nodig om te investeren en ze gaan nu ook kijken of ze dat samen kunnen organiseren. Daarmee krijgen deze productiecoöperaties ook kenmerken van de consumptiecoöperaties die samen gaan inkopen om toegang te krijgen tot betaalbare producten en in dit geval dus geld. De raad van advies besluit in 1893 een bank op te richten voor de leden. Dit is de start van Crédit Coopératif, toen nog BCAOP (295). Tientallen jaren later in 1938, richt het Franse ministerie van Arbeid La Caisse Centrale de Crédit Coopératif op. In 1969 worden de twee banken samengevoegd tot Crédit Coopératif.
Visie en positionering
Krediet voor coöperaties die genegeerd worden door de 'gewone' banken
Coöperaties en later andere bedrijven opererend in de social economie onderstuenen om te investeren
• Ontstaan vanuit de social filsofie om gelijkheid te realiseren
• Opgericht in Frankrijk in 1938 vanuit coöperatief gedachtgegoed om (productie-en consumenten)coöperaties middellange- en langetermijn krediet aan te bieden
Een maatschappij ontwikkelen waarin gelijkheid bestaat tussen kapitaal, talent en arbeid
De klanten (tevens leden) krijgen krediet om te investeren in het bedrijf
• Gelijkheid
• Sociaal
• Ontwikkelgericht
• Gelijkheid
• Sociaal
• Ontwikkelgericht
• Kennisdeling
• Participatief
• Langetermijnrelaties met klanten en partners
• De kennis over en netwerk in coöperaties en social economie
• Klant (leden) zijn betrokken bij besluitvorming
Het businessmodel
• Krediet voor ontwikkeling van bedrijf
• Ik word ondersteund door het agentschap bij mij in de buurt
• Ik voel me versterkt door toegang tot krediet
• Voldoen aan de betalingsverplichtingen
• Als lid kom ik in aanmerking voor krediet door een aanvraag te doen bij mijn lokale agent
Het is een solide organisatie en daarmee is het risico dat ik loop klein
• Unieke positie doordat bestaande commerciële banken niet in de productiecoöperaties willen investeren. Hierdoor bouwt de bank veel kennis op en blijft zijn ondercheidene positie behouden.
• Concurrent zijn banken met een bredere en commerciëler perspectief, zoals PNB Paribas en Credit Agricole. Door van specialist naar universalist te gaan, kunnen alle banken concurreren.
• Bij oprichting puur gericht op productiecoöperaties, daarna lle vormen van samenwerking in het speelveld van de social economie
Ik wil toegang tot krediet om mijn bedrijf te ontwikkelen, dit doe ik het liefst bij een partij met kennis over mijn vakgebied
• Medewerkers afkomstig uit de productiecoöperaties
• Producten: Bankrekeningen, betaalmethoden, cashmanagement, uitvoeren van internationale transacties, verzekeringen, sparen en leningen
Welke technologie is nodig voor de productie en levering?
• Productiecoöperaties
• Franse overheid
• Lokale agentschappen
• Gloabl Alliance for Banking on Values
Welke andere partners zijn gewenst en wat voegen deze toe?
• Klanten zijn leden van de overkoepelende samenwerking van productiecoöperaties
• Netwerk, kennis en social beweging zijn sleutels in het vermarkten
• Via lokale agenten dichtbij, met kennis van de markt
• Klanten zijn leden van de overkoepelende samenwerking van productiecoöperaties
• Netwerk, kennis en social beweging zijn sleutels in het vermarkten
• Via lokale agenten dichtbij, met kennis van de markt
• Direct contact door lokale agentschappen die weten wat er op lokaal niveau speelt
• 72 lokael kantoren, 1 online loket
• Van kredietverlening en spaarmogelijkheid naar alle bankproducten die er zijn én die solidariteit bevorderen
• Direct contact door lokale agentschappen die weten wat er op lokaal niveau speelt
• 72 lokael kantoren, 1 online loket
• Van kredietverlening en spaarmogelijkheid naar alle bankproducten die er zijn én die solidariteit bevorderen
Waarde
• De leden en klanten van de bank versterken de coöperatie. Zij geven aan wat voor hen belangrijk is en hebben een stem in besluitvorming. Door gerichtheid op een specifieke doelgroep en interactie met de klant wordt veel kennis opgebouwd die benut wordt in contacten met klanten. Hierdoor blijft de bank een relevant, betrouwbare partner, die ook inhoudelijk expert is
• Bij oprichting gerund door 1 directeur en 7 medewerkers van de productiecoöperaties
• In 2013 zijn dit 1.811 medewerkers werkzaam in 79 kantoren
• Ontstaan en gegroeid vanuit politieke en maatschappelijke factoren. Er blijft een wisselwerking tussen bank en politiek op de verankering van de thema's coöperaties en sociale economie op de politieke agenda, wat resulteert in kansen voor de bank
• Hits: 37.600.000 (Google)
De voorloper van Crédit Coopératif, de BCAOP, is opgericht vanuit het gedachtegoed van de sociale utopisten. Zij streven naar een maatschappij waarin iedereen het ongeveer even goed heeft en waar wordt gezorgd voor de zwakkeren. Tegenwoordig, 120 jaar later, bestaat de bank nog steeds. Dat is bijzonder, zeker gezien het feit dat BCAOP opgericht is in een periode waarin de meeste banken niet langer dan tien jaar bestonden (300). Daarbij moet wel worden opgemerkt dat zij lange tijd niet een van de meest succesvolle Franse banken is geweest. Sterker nog: ze is een aantal keren gered door de overheid. Maar ondertussen opereert deze bank die voortgekomen is uit ‘links’ gedachtegoed alweer decennialang zeer goed en rendabel in een kapitalistische wereld. Wat zijn de lessen die hieruit te leren zijn?
• Wees zelf de beweging die je wilt realiseren. Blijf bij de kernwaarden in de zoektocht naar vernieuwing en ontwikkeling van het bedrijf. Zoals bij meerdere cases duidelijk is geworden, is het van groot belang om de kernwaarden en oorspronkelijke idealen niet uit het oog te verliezen en juist als basis te benutten om te ontwikkelen. Crédit Coopératif ontstaat vanuit de socialistische filosofie die in de 19de eeuw is ontwikkeld. Gedurende het 120-jarig bestaan heeft de bank meebewogen met maatschappelijke ontwikkelingen, zonder het sociale gedachtegoed los te laten. In het begin is het nodig om productiecoöperaties te steunen met het verlenen van krediet. Nu bevordert Crédit Coopératif de sociale economie op een duurzame en rendabele wijze, op basis van de sociale filosofie. Zo pakt het bedrijf kansen en een groeiende doelgroep, waarbij de bank het onderscheidende vermogen van kennis van de sociale economie goed weet te benutten.
• Volg de maatschappelijke beweging, kijk binnen en buiten. BCAOP en La Caisse Centrale de Crédit Coopératif, zijn beide voorlopers van Crédit Coopératif. Twee banken met een vergelijkbare achtergrond, maar met verschillende keuzes in het ontwikkelen van het bedrijf. De BCAOP blijft gefocust op productiecoöperaties, terwijl La Caisse Centrale de Crédit Coopératif blijft zoeken naar vergelijkbare doelgroepen om te groeien. Zo komen verenigingen in beeld en andere vormen van samenwerking in bijvoorbeeld de visserij en het vervoer. De BCAOP redt het niet meer om zelfstandig te opereren en gaat daarom samen met La Caisse Centrale de Crédit Coopératif. Het ondernemend vermogen hiervan is de sleutel tot succes, want dat resulteert in de focus op de sociale economie.
• Blijf dicht bij je klant. De organisatievorm van de coöperatie zorgt ervoor dat Crédit Coopératif dicht bij de actuele thema’s blijft van haar klanten. De leden zijn onderdeel van de organisatie. Studies laten zien dat coöperaties daarom beter door de financiële crisis zijn gekomen (301). Dat geldt ook buiten Frankrijk waar coöperaties vaak uit een andere ‘zuil’ stammen. Daar gaat het in de bewoording niet over socialistische begrippen zoals de scheiding tussen kapitaal en arbeid, maar deze worden eveneens gekenmerkt door leden die stakeholder zijn als klant en als eigenaar. Crédit Coopératif heeft zich altijd laten leiden door de behoeften van haar leden. De kracht van de coöperatie is dat er een bewuste keuze is gemaakt om blijvend voor waarde van leden te gaan. Dat is een fundamenteel verschil met primair aandeelhoudersgedreven organisaties. Door het hebben van veel vestigingen en andere vormen van partnerships zit de bank ook letterlijk dichtbij de lokale klant. De bank weet wat er speelt en kan daardoor snel schakelen. Vooral bij de ontwikkeling van de sociale economie is dat een belangrijke factor. Ook als niet coöperatieve organisatie kun je hier uiteraard lessen uit trekken. Hoe betrekt jouw organisatie haar klanten? Hoe kan dit relevanter, of beter zodat dit voor beide kanten waarde oplevert? En hoever wil je daar in gaan, passend bij de wortels van jouw organisatie? Vraag je na productontwikkeling de mening van de klant, of laat je hem meeontwikkelen?
Bronnen

• 293. Voogt (1998).
• 294. Sangen (1999).
• 295. Dreyfus (2013).
- Login of registreer om te kunnen reageren