
Hilfe zur selbsthilfe
Prelude
Meestal duurt het zes á zeven jaar. Dan is het wel gelukt. Door de misoogsten heeft de boer niets te makken. Tóch heeft hij geld nodig om eten te kunnen kopen om zijn gezin te onderhouden. Gelukkig zijn er geldschieters die willen ‘helpen’. De boer hoeft alleen maar een papier te ondertekenen en kan het geld zo meenemen. Dat betekent wel dat één van zijn eigen koeien eigendom wordt van de geldschieter én dat de boer een forse rente moet betalen. Dus na de eerste koe komt al snel de tweede. De opbrengst van de boer is dan net genoeg om de rente te betalen. Dan komen er wel een derde en een vierde koe voor de afbetaling bij. De greep van de ‘helpende’ woekeraar wordt steeds sterker. En als de boer dan ten slotte zijn laatste koeien aan de woekeraar moet overdoen omdat hij de rente niet meer kan opbrengen, komt zijn hele veestapel in handen van de financiële dienstverlener. Het duurt niet lang of ook het hooi en het koren op het land zijn eigendom van de woekeraar. Na een jaar of zeven draait de woekeraar de kraan dicht en wordt de hele boerderij publiekelijk geveild. Wie de koper is? De woekeraar natuurlijk. De prijs? Een luttele 49 Taler. En dat voor een huis, stal, schuur en een waardevol weiderecht met de daarbij behorende landerijen die samen eigenlijk meer dan 1000 Taler waard waren. De gedupeerde boer smeekt de geldschieter huilend om een hoger bod uit te brengen. Maar ja, de woekeraar is de enige bieder en beroept zich tegen de rechter voortdurend op bestaande wetten.
In één jaar maakt Friedrich Wilhelm Raiffeisen zestien van zulke verkopingen tandenknarsend mee.1 'Hier moet echt een einde aan komen,' zo dacht hij. En zo ontstond het idee.
Friedrich Wilhelm Raiffeisen (1818-1888) is de uitvinder van de coöperatieve bank. Kort na de publicatie van zijn ideeën ontstaan overal kleine kredietcoöperaties. Niet alleen in Duitsland, maar ook in de omringende landen schieten ze als paddenstoelen uit de grond. In Nederland leidde dit tot de coöperatieve Raiffeisenbanken en de coöperatieve Boerenleenbanken, die in 1972 samen verder gingen onder de naam Rabobank, met de Ra van Raiffeisen en de Bo van Boerenleenbank. Deze historische case geeft een beeld van het oorspronkelijke businessmodel van Raiffeisens coöperatie.
Visie en positionering
‘Hilfe zur Selbsthilfe’
- Welvaart en welzijn (materieel en geestelijk) creëren door samenwerking en solidariteit
- Opvoeding door mensen die vroom en sociaal bewogen zijn
Gewaagd doel en Merkbelofte
- Armlastige boeren helpen om zichzelf te bevrijden uit de greep van woekeraars
- Zie gewaagd doel
Kern- en Merkwaarden
- Naastenliefde
- Spaarzaamheid
- Verantwoordelijkheid nemen
- Rechtvaardigheid
- Vertrouwen
- Zie kernwaarden
- Mensen tot solidariteit bewegen
- Dingen tot stand brengen
- Opbouwen (van samenlevingen)
- Ideeën genereren
- Organiseren
- Broodvereniging (Weyerbusch) en Koeienvereniging (Flammersfeld) opgericht met zichtbaar effect op welzijn
Het businessmodel
- Geld om het bestaan (weer) op te bouwen*
- Ik krijg een redelijke rente voor het uitlenen van mijn overtollige geld**
- Ruim de tijd om terug te betalen, strenge afbetaling*
- Mijn geld komt goed terecht**
- Ik moet om hulp vragen*
- Ik kan het zelf!*
- Ik betaal een eerlijke rente (geen woekerrente)*
- Geen**
- Ik moet kredietwaardig gedrag laten zien*
- Ik ben verplicht lid**
- Ik geef mijn huis als pand*
- Ik ben als lid onbeperkt aansprakelijk**
*Kredietnemers
**Kredietgevers
- Gemeenschappen ontwikkelen door mensen te helpen zichzelf te helpen
- Woekeraars: ‘helpen’ de arme mensen ook aan krediet, maar dan anoniem
- Socialisten: willen ook werken aanbetere sociale verhoudingen, maar zijnmeer revolutionair ingesteld
- Schulze-Delitzsch: richtte ook coöperaties op, maar is meer op geld en korte termijn gericht
- Samenlevingen waar de sociale verhoudingen verstoord zijn
- Mensen willen in staat zijn zichzelf te helpen
- Valse schaamte leidt je in de handen van woekeraars
Productie & Technologie
- Personeel dat de visie daadwerkelijk doorleeft, de juiste Geisteshaltung heeft en een morele band heeft. Zij doen hun werk meestal onbezoldigd
- Elke kredietaanvraag wordt apart beoordeeld op: 1) risico, 2) het doel waaraan het wordt besteed en 3) de instelling en het gedrag van de kredietaanvrager
- Er is een centrale coöperatie voor noodgevallen en om elkaar als coöperaties onderling te helpen
- Zie productie
Leveranciers & Partners
- Partnerschap met kerkelijke en burgerlijke instanties
- Mensen die zich met woekeraars inlaten worden uit de coöperatie gezet
- Geen focus op winst en winstuitkering. Alle winsten gaan naar de coöperatie (een soort gemeenschappelijke kas)
- Zie leveranciers
Marketing & Verkoop
- Vaak is de plaatselijke gemeente (burgemeester) of de kerk (Pfarrer) nodig om initieel de geloofwaardigheid en het vertrouwen te waarborgen van geldschieters, maar ook om voor verbinding en vertrouwen te zorgen
- Raiffeisen-boek (een soort ‘how to’ boek om zelf een coöperatie op te zetten) zorgt voor veel bekendheid en inspiratie, waardoor spontaan overal nieuwe kredietcoöperaties ontstaan
- Zie marketing
Klantcontact & Diensten
- De coöperaties hebben (zeker in het begin) geen aparte locatie
- Veel geestelijken richtten in hun huiseen kamer in voor de coöperatieve voorschotbanken, en veel onderwijzers deden de boekhouding
The cooperatives were not at separate locations (at least not in the beginning). A lot of clergy set aside a room in their house for use by the cooperative loan banks and teachers frequently did the accounts.
Waarde
- 1.100 klanten in 10 jaar
- 75 coöperatieve verenigingen in 1870 tot stand gebracht
- Verreweg de meeste medewerkers zetten zich onbezoldigd in, omdat ze graag willen meehelpen met de opbouw van welvaart en welzijn van de plaatselijke gemeenschap
- Keizer Wilhelm I geeft een geschenk van 30.000 Mark als waardering
- Raiffeisen ontvangt de Roten Adler-orde voor zijn maatschappelijke betekenis
- Welvaart en welzijn in het Westerwald
Van een businessmodel met zo veel impact móeten haast wel lessen te trekken zijn. Ons inziens zijn dat de volgende:
- Een briljant businessmodel ontstaat niet in één keer. Integendeel, het concept ontstaat met vallen en opstaan. Eerst ontstaat er een Broodvereniging, vervolgens een Koeienvereniging, daarna een Liefdadigheidsvereniging die uiteindelijk uitmondt in de Kredietcoöperatie. De lessen die in de tussentijd zijn geleerd, worden steeds meegenomen in het nieuwe idee.
- De menselijke maat is een randvoorwaarde voor de coöperatie. Omdat onderlinge verbinding een wezenlijk onderdeel is van het businessmodel, moeten de coöperaties relatief klein blijven zodat mensen elkaar kennen, elkaar kunnen vertrouwen en elkaar kunnen helpen. Hoe actueel dat ook nu nog is wordt onderstreept door de Rabobank-topman Piet Moerland. Hij geeft aan dat het verwateren van de relatie tussen de geldgever en de kredietnemer een belangrijke oorzaak is voor de financiele crisis en dat deze verbinding moet worden hersteld met relatiebankieren.
- Sociale controle, onderling vertrouwen en de menselijke maat zijn belangrijke hoekstenen in het businessmodel van de coöperatie. Deze werden ook expliciet gemaakt, continu benadrukt en in de praktijk gebracht. Als we in ons tijdsgewricht binnen het complete bankwezen een dergelijke insteek hadden gehanteerd, was het de vraag geweest of we zoveel rommelhypotheken of een kredietcrisis hadden gehad. Het idee om mensen te helpen om zichzelf te helpen is een krachtige filosofie. Het is een eerlijk concept voor iedereen, creëert win-winsituaties vermindert sociale afhankelijkheid.
- Blijf uitgaan van je geloof en filosofie, ook al komen er tegenslagen en concurrenten. Als je hebt gezien dat het in het klein al zo veel positieve impact realiseert, laat je dan niet verleiden je kern
Bronnen

- Login of registreer om te kunnen reageren